Op een bepaald moment trekt Karel-Lodewijk vertrekt naar Kruiseke om er in de van zijn (toekomstige)
schoonvader Theodoor Woestyn te werken. Op 28 juli 1846 trouwt hij met . Het is niet zeker of hij daar naar toe getrokken is en zo Fidelia heeft leren kennen,
dan wel dat ze elkaar al kenden, en hij bij zijn schoonpapa gaan werken is.
Op 8 augustus 1851 overlijdt Theodoor. Drie jaar later - op 9 oktober 1854 - verkoopt zijn zoon Theodorius (ook gekend als Theodore) de smidse aan
zijn zus Fidelia en haar man Charles-Louis.
Over Fidelia vertelt de overlevering dat ze “een ferm vrouwmens” was. Verder is er over haar bewaard gebleven. Fidelia Woestijn moest op zekere dag naar Ieper, naar de vrederechter. Zij gebruikte hiervoor de koets met de muilezel.
Omdat men met dat getuig toch niet zo gemakkelijk manoevreerde in stad, liet zij kar en muilezel achter in de afspanning “Den Bascuul”, aan de ingang van Ieper. Toen de voorzitter van de rechtbank haar tijdens de zitting vroeg “En madame, waar is joen advocaat?”,
antwoordde zij “Mijnheer de rechter, 'k heb hem aan den Bascuul laten staan !”
Alhoewel Kruiseke Nederlandstalig is, is het waarschijnlijk in het tweetalige Comines (Komen) dat Karel-Lodewijk zich ook laat aanspreken
met Charles-Louis.